top of page
Foto van schrijverPhilip Kums

SPORTEN NA DE VEERTIG

Hoewel heel wat veertigers niet voor dertigers (en zelfs twintigers) hoeven onder te doen, zijn er toch een aantal aandachtspunten waarmee ze het best rekening kunnen houden. Veertigers recupereren minder snel. Wie aan competitiesport deed, zakt vaak af naar een vriendenploeg waarbij de focus eerder op plezier dan prestatie ligt. Ook in de topsport lopen weinig veertigplussers rond. Competitiesport mag dan wel minder evident zijn, uithoudingssporten zijn dat zeker niet. Duursporten kan je vrij lang op een hoog niveau blijven volhouden. Lopen, fietsen, zwemmen, … veroorzaken minder lichaamsschade, waardoor je lichaam sneller weer recupereert. Het risico op blessures ligt heel wat lager dan bij competitiesporten.



Start to sport


Het is nooit te laat om te beginnen sporten. Weet je niet goed welke sport bij je past? Probeer joggen eens. Je hebt er geen duur fitnessabonnement voor nodig en kan het op elk moment van de dag doen. Het populaire loopprogramma Start 2 Run kent niet voor niets al jaren heel wat bijval. Het bewijst dat je op korte tijd echt een resultaat kan neerzetten. Door 3 keer per week te trainen, kan je na tien weken vijf kilometer lopen. Sommigen hebben er enkele weken extra voor nodig, dat is ook prima.


Dromen van een marathon


Droom je grootser? Dan ben je niet alleen. Heel wat veertigers dromen ervan een marathon te willen lopen. Wie in zijn jongere jaren veel aan sport deed – zelfs al is dat twintig jaar geleden – zal makkelijker conditie kweken dan iemand die nooit gesport heeft. Maar zelfs wie nooit sportte, kan die marathonambitie waarmaken. De meeste marathonlopers behoren trouwens tot die leeftijdscategorie. Fit de eindmeet halen lukt natuurlijk niet zomaar. Daar gaat een lange en intensieve trainingsperiode aan vooraf. Pak het verstandig aan en laat je goed begeleiden. Een schema dat langzaam opbouwt, helpt je naar je doel toe te werken. Drijf het trainingsvolume niet te snel op. Wie te snel te veel traint, krijgt gegarandeerd met blessures zoals pees- en beenvliesontstekingen of overbelastingen af te rekenen.


Screenen: ja of nee?


Bij heel wat marathons en loopwedstrijden is een sportmedisch onderzoek vooraf intussen verplicht. Maar ook minder grootse sportieve plannen kan je beter doordacht aanpakken. Zeker wie nooit aan sport deed, met overgewicht kampt en zich plots een sportieve levensstijl wil aanmeten, doet er goed aan om zich te laten screenen. Bij veertigers komt een verhoogde bloeddruk of cholesterol vaker voor dan bij dertigers, wat het risico op hart- en vaatziekten verhoogt. Ook familiale belasting is een reden voor een medisch onderzoek. Een inspanningstest bij een sportarts of cardioloog – waarbij je steeds harder moet lopen of fietsen – geeft een goed beeld van je cardiale gezondheid. Zo kunnen ernstige problemen zoals hartritmestoornissen of kransslagadervernauwing tijdig opgespoord worden. Gelukkig hoeven dergelijke problemen niet per se het einde van je sportieve plannen te betekenen. Er bestaan tal van behandelingsmogelijkheden, net daarom is screening zo belangrijk. Niet bewegen is sowieso het slechtste wat je kan doen. Uithoudingssporten zoals lopen en fietsen brengen je risico op cardiale problemen net naar omlaag.

bottom of page